" Kostverloren Wandelpark, periode 1880-1945 "
door Folkert Bloeme
De naam Kostverloren wandelpark is afkomstig van een oude boerderij met de naam Kostverloren. Het huis Costverloren, met boomgaard en een stuk land van 4 morgen groot, grenzend aan de wildernis van Brederode, werd in 1728 door Aagje Jacobs verkocht aan Paulus Loot (1.). De oppervlakte maat morgen heeft betrekking op een stuk grond dat in een ochtend kon worden geploegd. Een morgen was meestal iets minder dan een hectare. De juiste grootte was streekgebonden maar de Rijnlandse morgen was circa 8516 m2.
Eigenaar van de boerderij en gronden was Jan van der Meije, van beroep Bouwman.
Het eigedom is omschreven als bos,aardappelland, weiland en een huis.
De boerderij Costverloren kwam in 1871 in handen van de gemeentelijke geneesheer Dr. C. Smit, die het in 1881 weer verkocht zou hebben aan de gemeente Zandvoort. Waarschijnlijk is dit niet. Meer voor de hand ligt dat de boerderij met grond verkocht werd aan de maatschappij die het plan had opgevat om de Kostverlorenstraatweg aan te leggen.
Het jaar 1881 was voor Zandvoort een belangrijk jaar. De spoorlijn Haarlem-Zandvoort werd toen in gebruik genomen net als de Passage en het Kurhaus. Deze bouw vormde het begin van het in ontwikkeling nemen van het 40 ha tellende duingebied langs de kuststrook, om daar het plan Nieuw-Zandvoort te realiseren.
Niet alleen ten noorden van het dorp werd met de ontwikkeling van Zandvoort een begin gemaakt. De Kostverlorenstraatweg, de huidige Kostverlorenstraat werd aangelegd (1881-1882) door de “Burgelijke Maatschap Bouwmaatschappij Zandvoort” en deze weg moest dienen om het in ontwikkeling genomen gebied ten noorden van het huidige station, beter te ontsluiten (2) . In het Bestek en Voorwaarden voor de aanleg van de Kostverlorenstraatweg d.d. 22 juli 1881 wordt vermeld “ het maken van een straatweg van de laatsten tol op den straatweg van Haarlem naar Zandvoort door de duinen en onbuigende door de plaats Kostverloren, aansluitende aan de terreinen van Nieuw-Zandvoort, met ene brug over den goederen-spoorweg” .(3) Het hele gebied waar de Kostverlorenstraatweg door hen liep werd in het verleden Kostverloren genoemd de reden om deze weg die naam te geven.
kaart Kostverloren rond 1877 ........ kaart Kostverloren rond 1890
Voor de aanleg van de weg en de plannen van de Bouwmaatschappij werd de boerderij gesloopt. De Bouwmaatschappij Zandvoort was eigenaar geworden van een uitgesterkt en golvend terrein, algemeen bekend onder den naam Kostverloren, dat geheel met bomen en heesters was beplant. De uit Amsterdam afkomstige ingenieur-architect A.L. van Gendt verkavelde het terrein in 52 percelen voor de bouw van villa’s met in het midden een groot café-restaurant. Op donderdag 15 september vond de aanbesteding plaats voor het bouwen van het café-restaurant . De bouw hiervan werd gegund aan de lokale aannemer D.Zuiderhoek.
Op de boerderij zelf vond op 20 oktober 1881 de verkoop plaats van allerhande zaken behorende tot het boerenbedrijf . De veestapel bestaande uit 5 halfkoeien, 2 vare koeien, 3 hokkelingen waarvan 2 met kalf, een bruin merriepaard een boerenwagen en een kar werden toen verkocht.Ook het boeren- en bouwgereedschap waaronder een ploeg en een eg, brandhout en werkhout, 4500 kilo best gewonnen hooi alsook 1000 dakpannen. (Nieuws van de Dag 17-10-1881).
Ook voor het gebied ten oosten van deze boerderij werden toen plannen gemaakt. “ Deze kleine boerderij op zo’n 1000 meter van het strand, gedeeltelijk beplant met vruchtbomen, heesters enz zal naar verwachting tot wandelpark worden ingericht“ (4) .
Uit een ingezonden brief in “Zandvoorts’ Badnieuws”, augustus 1899, blijkt dat de aanzet tot de aanleg van het wandelpark ingegeven zou zijn door in Zandvoort heersende armoede. Droge zomers en zeer koude en lange winters hadden hen die van de aardappelteelt afhankelijk waren tot de bedelstaf gedreven. Om hen te steunen werd er geld ingezameld, enige duizenden guldens, en in het kader van werkverschaffing werd met toestemming van de ambachtsheer een begin gemaakt met de aanleg van een park. Populieren en wilgen werden aangeplant , paden werden aangelegd waaraan banken werden geplaatst en boven op een van de duinen werd een koepel geplaatst.
Over de in 1882 gereedgekomen Kostverlorenstraatweg werd door de NV Elektrische Tramweg Maatschappij Zandvoor begonnen met de exploitatie van een elektrische tramverbinding tussen de Passage bij het station en het terrein Kostverloren, de eerste
Elektrische tram in Nederland (5).
Aandeel van fl 100,- in de N.V. Electrische Tramweg Maatschappij Zandvoort, gevestigd te Amsterdan.
Opgericht 10 mei 1882, ten overstaan van Notaris W.F. Wertheim.
Bron: www.freewebs.com/wdrommel
In het nieuw gebouwde Hotel, Café Restaurant Kostverloren aan de Kostverlorenstraatweg werden de genodigden voor de eerste rit van het trammetje feestelijk ontvangen. Door de vertegenwoordiger van de firma Siemens en Halske uit Berlijn, kregen zij uitleg over de trambaan en de wijze waarop de tram werd aangedreven en genoot men van een maaltijd. Op 9 juni werd de eerste rit met de tram gemaakt maar op 20 juni 1882 verschijnt in de Oprechte Haarlemsche Courant een advertentie waarin werd meegedeeld dat wegens noodzakelijke werkzaamheden de tram niet zou rijden. De dienst werd op 1 juli weer hervat, Op 23 september 1882 maakte de directeur van de trammaatschappij, de heer J.C. Graue bekend dat de dienst per 1 oktober werd beëindigd, waarna niets meer werd vernomen van de trammetje door de Kostverlorenstraatweg.
Uit bijgaande advertenties geplaatst in de Zandvoortsche Badcourant (1883) is op te maken dat de in 1881 door de Burgelijke Maatschap Bouwmaatschappij Zandvoort gebouwde horeca accommodatie in dat jaar geëxploiteerd werd door de eigenaar van het gelijknamige hotel aan de boulevard, Hotel Kaufmann.
Het trammetje was slecht een kort leven gegund. Dit was ook het geval met de horeca gelegenheid.
Op 12 mei 1887 werd het onroerend goed voor fl 10.000,- verkocht aan de Amsterdamsche Vereeniging voor Gezondheids en Vacantie Kolonies.
In de jaren daarna werden gedurende de zomermaanden Amsterdamse bleekneuzen naar het kinderhuis in Zandvoort gestuurd
Van het wandelpark was eind 1800 niets meer over. “ Tien jaren zijn sedert vervlogen en wat is er van dat alles geworden ? Het hout is verkocht en omgehakt, de banken zijn omvergehaald, het tentje is verdwenen en de paden zijn versperd met een bordje, waarop verboden toegang prijkt “.
In deze periode ontstonden er meer kindertehuizen aan de Kostverlorenstraatweg, zoals Frisia en Kijkduin en ten oosten van Frisia werd door de heer J. van Sluisdam naast zijn huis een speeltuin gebouwd waar ook een biertje kon worden genuttigd.
Hoek Kostverlorenstraat/Julianaweg.
Het gebied Kostverloren werd mede door de aanwezigheid van de kindertehuizen en de speeltuin een speelplaats voor de jeugd.
Bij de Zandvoortse arts P Varekamp ontstond het idee om opnieuw een wandelpark aan te leggen. Daarvoor zocht hij contact met de eigenaren van de grond de Erven de Favauge en met de “ Vereeniging tot behartiging der belangen van de badplaats Zandvoort“ . De bedoeling van Varenkamp was om de verantwoordelijkheid voor de exploitatie bij deze vereniging onder te brengen.
Van de eigenaren kreeg Varekamp toestemming om het terrein voor 5 jaar te mogen inrichten tot wandelpark en er een omrastering aan te brengen. Ook had hij zich verplicht tot het doen van jaarlijkse uitgaven voor klein onderhoud en jaarlijks toezicht. Het park was vooral bedoeld om als alternatief te dienen voor de kinderen van badgasten wanneer het geen strand weer was.
De voorzitter van de belangen vereniging badplaats Zandvoort, burgemeester Beeckman vond het niet wenselijk dat de vereniging verantwoordelijk werd voor de exploitatie van het wandelpark. Volgens één van de aanwezigen, de heer Collot d’Escury, directeur van de Zandvoortsche Terrein en Hotel-Maatschappij bestond er onder de badgasten weinig behoefte aan een wandeling in de duinen. Door zijn maatschappij werden hiervoor gratis kaarten verstrekt. Wanneer men ook nog eens moest betalen voor een bezoek aan het wandelpark, zoals Varekamp voorstelde, zou de belangstelling volgens hem minimaal zijn. De leden besloten tenslotte om het bestuur te machtigen een verzoek te richten aan de gemeenteraad met de strekking dat de gemeente de exploitatie van het wandelpark ter hand zou moeten nemen.
Varekamp wachtte niet af en bleek instaat om verschillende inwoners van Zandvoort enthousiast te maken voor zijn idee. De vereniging “ Kostverloren Wandelpark” werd op 25 november 1907 opgericht en Varekamp werd tot voorzitter gekozen en de overige bestuursleden werden de heren D. Driehuijzen, H. Schuurman en E. H. Brokmeier.
Het lidmaatschap van de vereniging werd vastgesteld op fl 2,50 per jaar en daarvoor had het hele gezin gedurende het badseizoen van 1 juni tot 30 september vrij toegang tot het wandelpark. Het batig saldo zou worden aangewend om het park verder aan te kleden en een onbezoldigde Rijksveldwachter werd verantwoordelijk voor het dagelijks toezicht.
Waarom vond men een wandelpark belangrijk.
Het duinterrein rondom Zandvoort werd steeds minder toegankelijk. Steeds vaker verschenen er bordjes verboden toegang en wanneer dit middel onvoldoende werkte gingen eigenaren ertoe over om hun eigendom af te schermen. Niet alleen Zandvoorters maar ook de zomergasten, die bij ongunstig strandweer een wandeling in de duinen wilden maken, werden hierdoor getroffen.
“ Vooral de in een duinvallei gelegen bosjes bij Kostverloren vormden voor moeders en kinderjuffers een ware attractie, waar zij met eigen of toevertrouwd kroost een rustig, lommerrijk wandelterrein vonden. Maar ook hier was bij den nieuwen stand van zaken de toegang versperd”
Het wandelpark, gelegen tussen de Kostverlorenstraatweg, de spoorbaan en de baan van de elektrische tram werd door de vereniging “Kostverloren Wandelpark” in 1908 geopend. De toegang tot het park was gelegen bij villa de Eschdoorn aan de Kostverlorenstraatweg, waar ook de toegang was tot talloze aardappellandjes. Toen het park door de verenging werd geopend was er al een hoop werk verzet. De toegang was verbeterd middels houten plankiers, de paden waren verstevigd door deze met schelpen enigszins te verharden, banken waren geplaatst, er was een toilet aangelegd en er stond een tent van waterdichte zeildoeken, waar men kon schuilen en een drankje kon drinken bij Haarlemse melkinrichting “de Sierkan”. Veldwachter Meiland zorgde voor het dagelijks toezicht in het park.
De naam Kostverloren had toen betrekking op een veel groter gebied. Ket Kostverloren wandelpark lag ten oosten van de Kostverlorenstraat en het Kostverlorenpark tussen de Kostverlorenstraat en de Julianaweg Tot in de jaren ’50 van de vorige eeuw werd het gebied tussen de Kostverlorenstraat, de Koninginneweg en de (voormalige) de trambaan Kostverloren genoemd, zoals blijkt uit de aanleg van het Kostverloren villapark in 1950,
Hoe zag het park eruit.
Bij een bezoek aan het park rond 1910 “daalt ge af in de vallei en vindt al voortgaande een doolhof van paadjes zich slingerend door de dicht begroeide boschjes van berkeboomen met hun zilvergevlekte stammetjes; daar tusschen hier en daar wat eikenhout, een meidoorn, een bitterwilg, enkele popels en abeelen, ja zelfs een verdwaalden appelboom; op de open plekken ziet ge de duinbekleeding van mossen, braamstruiken, duindoorn, dwergwilg; aan de randen der boschjes veel witgepluimde liguster en overal ontwaart de verlegenwoordigers der bloeiende duinflora, de gezellig bijeenstaande gele sterretjes van den muurpeper, de zachtrose ononis, helgele vlinderbloemen en composieten, de ruwbladige bruinroode ossentong en het indigoblauwe slangenkruid,de witte sterren van de cerastium , het verwarde witte en gele walstroo, de geurende thym, het lelietje-van-dalen, gelijkende salomonszegel, den rooden reigersbek, het driekleurig viooltje en de kruipende gele potentilla. Op de top van het hoge duin zover het oog reikt keek men naar het noorden en oosten uit over de duinen tot aan de watertoren van Overveen. Aan de zuidkant van het park lagen tot de krommende bomenrij langs de Zandvoortse laan veel aardappelveldjes.
Foto: na 1908. Etage toegevoegd.
Bedreiging.
Het voortbestaan van het park heeft in haar geschiedenis regelmatig ter discussie gestaan en het park heeft meerdere aanslagen overleefd. De eerste poging tot de aanleg van een wandelpark, eind 1800, kende een korte periode van succes Ook de inspanning van de vereniging Kostverloren Wandelpark hadden niet het eeuwige leven. Gebrek aan brandstof, aan het eind van de eerste wereldoorlog, had tot gevolg dat het wandelpark door houtkap veranderde in een grote woestenij. Geen boompje had men laten staan. Na deze kaalslag hield het bestuur het voor gezien en de vereniging werd ontbonden.
Door de uitbreiding en groei van Zandvoort ontstond de behoefte om deze uitbreiding meer planmatig te laten plaats vinden. Vooral de gemeentearchitect drong hierop aan en stelde voor om een uitbreidingsplan met bijbehorende kaart te maken. Hiervoor kreeg hij in 1918 de opdracht.
Het gebied tussen de Kostverlorenstraatweg en het oostelijk gelegen Boogkanaal, onderdeel van de watervoorziening voor de gemeente Amsterdam maakte onderdeel uit van het uitbreidingsplan.
De gemeenteraad stelde op 28 juli 1921 het uitbreidingsplan vast. Besloten werd om dit deel van de gemeente niet te bestemmen als toekomstige woningbouwlocatie maar als park. De eigenaar van deze grond de N.V. Zandvoortsch Duin, met als directeur de heer Quarles van Ufford maakte hiertegen bezwaar, waarna er gesprekken plaats vonden tussen de gemeenten Zandvoort, Amsterdam en de heer Quarles van Ufford. Blijkbaar konden alle partijen instemmen met het idee om een groot deel van dit terrein te bestemmen als golf baan want op 16 maart 1926 stemde het bestuur van de Kennemer Golfclub in met het aanbod van de N.V. Zandvoortsch Duin om er een 18-holes baan aan te leggen. Twee jaar later was de nieuwe golfbaan gebruiksklaar en werd deze in gebruik genomen door de voorzitter, Jhr G.C. Quarles van Ufford.
Een nieuw park
Uit de berichtgeving is op te maken dat het park in de loop der jaren steeds meer gewaardeerd werd door zomergasten. Het park was het enige beschutte duinterrein in de onmiddellijke nabijheid van het dorp en was een attractie voor de badplaats, aldus de locale media. Vandaar dat niet lang na de eerste wereldoorlog de eerste schreden werd gezet om een nieuw park aan te leggen. Een kleine commissie bestaande uit mej S.Gerke en de oud gemeentesecretaris P.L. de Vries werden verantwoordelijk voor de eerste aanzet en in 1922 werd een parkwachter benoemd, de heer E. Bol.
De exploitatie van het park kwam in handen van de VVV, “Zandvoorts Bloei” en de voorzitters van de VVV, de heer E.H. Brokmeier, voorzitter van de Zandvoortsche Handelsvereniging, G.W. van Toombergen en voorzitter van de Hotel en Pensionhoudersvereniging H.A. Klein, vormden de wandelpark beheerscommissie.
Hier zit u van links naar recht, E.H. Brokmeier, Hr.Toombergen en Hr.Klein.(Genootschap)
Uit diverse bronnen (o.a. de Handelsvereniging , de beheerscommissie en baron von der Heydt), werd geld gedoneerd om het verwaarloosde park op te knappen. In de loop der jaren veranderde het wandelpark van karakter. Er ontstonden steeds meer publieksattracties. Het begon met een schommel en wip maar in de jaren ’30 werd het park een speeltuin en werden er volières, een vijver en zelfs een onderkomen voor apen gebouwd.
Dit had tot gevolg dat steeds meer mensen het park bezochten. Waren er in 1927 7000 betalende bezoekers volgens de parkwachter Bol was het aantal bezoekers in 1930 al opgelopen tot 20.000.
Niet alleen werd er aandacht geschonken aan de uitbouw van publieksattracties. Bij de jaarlijkse opening van het park maakte de het comité Wandelpark bekend welke vorderingen er waren gemaakt om de kwaliteit van het park zelf te verbeteren door de aanleg van paden en door het planten van bomen en struiken. De laatste keer dat de heer G.W. Toombergen de opening van het park verrichtte (1939) achtte hij het voor de badplaats van groot belang dat er een toevluchtsoord is wanneer het verblijf aan het strand voor kinderen te koud is.
Openluchttheater.
Februari 1933. Nederland verkeerde in een diepe economische recessie en in Zandvoort begonnen de voorbereidingen voor het nieuwe badseizoen. Plannen werden gemaakt om toeristen naar Zandvoort te krijgen en de Zandvoortse ondernemers bogen zich over de vraag op welke wijze dat zou moeten gebeuren. Tijdens de jaarvergadering van de VVV in Bodega Mustert constateerde de voorzitter dat Zandvoort niet alleen staat in de crisis en malaise en sprak de wens uit dat de besprekingen zouden leiden tot vruchtbare besluiten. Allereerst werd gesproken over het maken van reclame. Moest dit alleen in Nederland gebeuren of ook in Duitsland waar Zandvoort voorheen veel gasten uit mocht ontvangen.
Op voorstel van het bestuur werd na een uitvoerige discussie besloten tot het stichten van een Openlucht-Theater in het Kostverloren wandelpark. De heer Anton Verhey werd hiervoor als technische leider aangetrokken. Middels een grote reclame campagne zou de badplaats van dit initiatief moeten profiteren. Ook werd besloten dat er in samenwerking met de gemeente een garantiefonds zou moeten komen om met elkaar een object in Zandvoort te krijgen dat in de gehele provincie zijn weerga niet kende. “ Niets mag worden nagelaten om Zandvoort zoo aantrekkelijk mogelijk te maken”’. Na overleg met de gemeente werd de subsidie verhoogd tot fl 2.000,- en werd er door de gemeente een beperkte garantie afgegeven.
In mei van dat jaar waren de voorbereidingen in volle gang om de gehele entourage op tijd gereed te hebben voor het eerste toneelstuk ‘Salomé’ van Oscar Wilde. De kustschilder Oostendorp, in samenwerking met aannemer Koning bouwden daarvoor in de Hollandse duinen een Oosters landschap. De opzet van het geheel was niet kinderachtig. Voor 800 bezoekers werden zitplaatsen gemaakt en het staanplaatsen waren er te over. De eerste voorstelling was een groot succes, niet alleen wat betreft het aantal “ toeschouwers maar ook naar het aantal spelers, waarvan er 70 op het feeëriek verlichte openluchttoneel verschijnen.
Prachtig tekende de Oostersche stad zich af tusschen het groen, vooral nadat de schemering was ingevallen en de schijnwerpers hun werk deden. Het mysterieuze van het Oosten moest wel inwerken op ieder en alles. De sfeer was gevuld met mirre, wierook en reukwerk, waarvan betoovering en stemming uitging”. Voor de volwassenen werden toen s’avonds voorstellingen georganiseerd en voor kinderen voorstellingen op de woensdag en zaterdagmiddag.
Ondanks alle inspanningen om de voorstellingen onder de aandacht van een breed publiek te brengen moest aan het eind van het badseizoen geconstateerd worden dat het hele gebeuren de VVV handen met geld had gekost. Er was een verlies geleden van fl 4.267,68. De kas van de VVV was leeg terwijl het seizoen nog moest beginnen. Daarom stelde het bestuur voor een geldlening aan te gaan van fl 2.500,- tegen 5% rente per jaar en dit bedrag in 2 jaar af te lossen. Het bestuur stond borg voor dit bedrag en de lening werd verstrekt door baron von der Heydt. .
De leden stemden in met het voorstel en de voorzitter sloot de discussie af met de opmerking dat onder het bewind van het huidige bestuur dergelijke activiteiten niet nogmaals georganiseerd zouden worden.
Enige jaren later werd de locatie opnieuw gebruikt voor het organiseren van grote bijeenkomsten. De Nationaal Socialistische Partij (NSB) had in Zandvoort een grote aanhang en de partij organiseerde na de overgave in mei 1940 diverse bijeenkomsten in het Kostverlorenpark.
Op 24 augustus werden de bezoekers toegesproken door de heren Mussert en Ten Hoorn. Na afloop hiervan werd er voor de leider Mussert een defilé gehouden door de WA en de Jeugdstorm op de Boulevard de Favauge. Op zaterdag 9 augustus 1941 om half vijf hadden ongeveer driehonderd partijgenoten, waaronder de W.A. die met slaande trom het terrein waren komen opmarcheren, zich dicht om het spreekgestoelte geschaard om te luisteren naar Ernst Voorhoeve. Kringleider A.v.d.Geer had de bijeenkomst geopend door gezamenlijk het lied van “ de zwarte soldaten” te zingen. Met een driewerf „Houzee" voor den leider besloot de spreker zijn rede.
Kringleider A. van de Geer dankte den spreker voor zijn rede en kondigde aan, dat bij de uitgang gecollecteerd zou worden voor het strijdfonds. De vergadering werd besloten met het zingen van het „Mijn schild en de betrouwen", het zesde couplet van het Wilhelmus.
De opening van het park op 13 april 1941 was de laatste opening voordat het park opnieuw te leiden had van menselijk ingrijpen. In het 2e oorlogsjaar werd het park verboden terrein en werden de door opzichter Bol aangeplante bomen door de Duitsers gekapt.
In het park werd een complex gebouwd voor het onderbrengen van een compagnie van ongeveer 150 soldaten en nodige ondersteuning. Hiervoor werden ongeveer 37 manschappenverblijven gebouwd (3.60x4 meter) met elk plaats voor ongeveer 6-7 soldaten. Aan de randen van het terrein werden een achttal bunkers (Tobroeks) gebouwd voor de verdediging van het wooncomplex , een ontsmettingsgebouw, een keuken,een blok met een aantal privaten plus een grote langwerpige stal met plaats voor 24 paarden. De bunkers werden in 1943 bevolkt door een deel van de in Zandvoort gelegerde soldaten uit het legioen “Freies Indiën” . Ook de leegstaande Amsterdamse Vakantiekolonie werd hiervoor gebruikt. Een groot aantal van hen werd door het slechte weer ernstig ziek en de soldaten verlieten na en half jaar Nederland. Zij werden opgevolgd door Russische krijgsgevangenen Georgiers die op 10 januari werden overgeplaatst naar Texel.
Na de oorlog werd het bunkercomplex in gebruik genomen door een groep Amsterdammers . Met toestemming van de eigenaar, jonkheer Quarles van Ufford, werden de bunkers omgebouwd tot eenvoudige zomerverblijven.
Bronnen:
1. Noord Holland Archief:
• Notariele akten van notarissen te Haarlem.Notarus W.K. Loeff te Haarlem. Toegangs nr 1972. nr 390.
Verkoop horeca Kostverloren aan de Amsterdamsche Vereeniging voor Gezondheid- en Vacantiekolonies.
• Ambachts- en Gemeentebestuur van Zandvoort. Toegangsnummer 3061:1427. Akte van transport. Datering 1723.
Boeken:
• (2) Ik ben vanmorgen in Zee geweest. M.Polman 1996.
• (3) Straatnamenboek van Zandvoort. 2005. Genootschap Oud Zandvoort.
• (4) Bad-Zandvoort. F.Allan. Herdruk 1968: 55.
• (5) Trams en tramlijnen. Paardetrams in het westen van Nederland. A. Dijkers, R.Klomp, W. van Norden en J. de Wilde 1977.
• Advertentie in de Leeuwarder Courant, 10 mei 1887
• Mensch en Maatschappij. C.Scheer en G. van Dieren. 1938.
• Bunkers Kostverlorenpark. www.forten.info. R.Verhoef 25-05-2004.
• Houden wij het groen? Stichting Behoud Kostverlorenpark 1979:30.
120 jaar Zandvoortse Kranten van 1881 t/m 2000. Stichting Millenniumviering Zandvoort.
Kadastrale Minuutplan 1811-183
2. Sectie B Kostverloren. Nrs 2,3,4 en 5.
Eigenaar van de boerderij en gronden was Jan van der Meije, van beroep Bouwman.
Het eigendom is omschreven als bos,aardappelland, weiland en een huis
Lees hier de historie van het Ziekenhuis in Zandvoort, door Folkert Bloeme
hier de geschiedenis van Halte Zandvoort-dorp, door Folkert Bloeme
hier de Filantropische instellingen in Zandvoort, door Folkert Bloeme
hier de Begraafplaats in Zandvoort, door Folkert Bloeme
hier de Planontwikkeling Nieuw-Noord, door Folkert Bloeme
hier de Drie Plagen van Zandvoort, door Folkert Bloeme
hier de geschiedenis van de waterleiding , door Folkert Bloeme
hier de geschiedenis van het Gasbedrijf , door Folkert Bloeme
hier de geschiedenis van de electriciteit in Zandvoort , door Folkert Bloeme
hier Zandvoortse badartsen beschuldigd , door Folkert Bloeme